Het Departement Dierwetenschappen is één van de vijf departementen van Wageningen Universiteit. De hoofdthema’s waar het Departement onderzoek en onderwijs in verricht, zijn: Diergezondheid & Dierenwelzijn, Gezondheid & Veilig Voedsel en Duurzame Systemen. Hiermee levert het Departement een bijdrage aan gezonde, veilige producten met aandacht voor dierenwelzijn in duurzame systemen.
Een afstudeer vak kan gevolgd worden bij verschillende leerstoelgroepen binnen de specialisatie Master of Aquaculture and Marine Resource Management (MAM) en bij de specialisatie Master of Animal Sciences (MAS). Voor meer informatie over onderzoeksgebieden, vereisten om een afstudeer vak te mogen volgen en andere informatie, kan je vinden in de studiegids, het studiehandboek of door contact op te nemen met de contactpersoon van de leerstoelgroep.
Bestuurslid onderwijs commissaris II vertegenwoordigt de studenten die een thesis uitvoeren een van de leerstoelgroepen. Klachten met betrekking tot een leerstoelgroep kunnen ook bij de bestuurslid onderwijs commissaris II neergelegd worden.
De leerstoelgroepen binnen Departement Dierwetenschappen:
Animal Breeding and Genomics (ABG)
Onderzoeksthema’s en thesis onderwerpen bij Animal Breeding and Genomics (ABG) zijn erg divers. In essentie gaat fokken over het bestuderen van natuurlijke genetische variatie tussen dieren, en hoe we deze variatie kunnen gebruiken om populaties te verbeteren. Je kunt bijvoorbeeld een thesis schrijven over het schatten van de aanwezige genetische variatie voor nieuwe fenotypen (bijvoorbeeld op het gebied van gedrag, welzijn, en ziekteresistentie), of je kunt een pipeline ontwikkelen om genoomanalyses te optimaliseren. Hoewel de nadruk binnen ons vakgebied ligt op dieren in de veehouderij (koeien, varkens, kippen), bestuderen we ook andere diersoorten waarvoor fokprogramma’s worden gebruikt, bijvoorbeeld wilde dieren, dierentuindieren, en aquatische soorten. De thesis onderwerpen bij ABG kunnen worden onderverdeeld in 5 hoofdcategorieën.
- Quantitative genetics (Kwantitatieve genetica)
Schatten van genetische parameters en fokwaarden - Genomics (Genomica)
Gebruiken en verbeteren van bioinfomatische methoden om meer inzicht te krijgen in moleculaire genetica - Genetic diversity (Genetische diversiteit)
In kaart brengen en verminderen van inteelt om zo diversiteit binnen en tussen populaties te waarborgen - Sustainability and breeding programs (Duurzaamheid en fokprogramma's)
Fokken met het oog op nieuwe fenotypen zoals methaanuitstoot, gedrag, en dierenwelzijn - Big data and data science (Big data en datawetenschap)
Geautomatiseerde fenotypering en computer vision
Natuurlijk kan het zo zijn dat er onderwerpen zijn die onder meerdere categorieën vallen. Resultaten van studies op het gebied van genomica kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om genetische diversiteit te verbeteren. De meeste onderwerpen zijn data-gedreven en behelzen het gebruik van moderne software voor geavanceerde analyses.
Contact persoon: dr. Martien Groenen
Contact persoon onderwijs: dr.ir. Bart Ducro
Deze leerstoelgroep doet interdisciplinair onderzoek naar het verbeteren en faciliteren van de adaptatie van robuuste dieren in ondersteunende omgevingen.
Je leert welke eisen het dier stelt aan huisvesting en verzorging en wat de gevolgen zijn voor welzijn, groei, voortplanting en gezondheid als niet aan die eisen wordt voldaan. Je verdiept je in de kennis van optreden en verspreiding van dierziekten en bestudeert de maatregelen die je kunt nemen om ziekten te voorkomen. Voor je major thesis (groot afstudeervak) kun je kiezen uit vijf mogelijkheden:
- Adaptatiefysiologie
- Epidemiologie
- Ethologie
- Fysiologie
- Parasitologie
Contactpersoon: prof.dr.ir. Bas Kemp
Contactpersoon onderwijs: dr. ir. Nicoline Soede
Animal Ecology and Behaviour (AEB) - Behavioural Endocrinology (BHE) en Wildlife Ecology and Conservation (WEC)
Gedragsecologie bestudeert de oorzaken en gevolgen van het gedrag van dieren, vooral gericht op sociale contexten. Onderzoek van deze leerstoelgroep richt zich op:
- Gedragsecologie
- Toegepaste gedragsbiologie
- Gedrag van gezelschapsdieren
Onderwijs verzorgt alles wat met diergedrag te maken heeft, inclusief standaard gedragsmechanismen, gedragsecologie, toegepast diergedrag en life history beslissingen.
Contactpersoon: prof.dr. Marc Naguib
Contactpersoon onderwijs: dr.ir. Bonne Beerda
Animal Ecology and Behaviour (AEB)
Wildlife Ecology and Conservation Group (WEC)
De Wildlife Ecology and Conservation Group (WEC) bestudeert hoe mensen dieren in het wild beïnvloeden. WEC onderzoekt zowel directe mechanismen zoals jacht en vuur, als mechanismen die meer indirect zijn en deel uitmaken van processen op grotere schaal, zoals klimaatverandering.
Belangrijkste onderzoekslijnen:
-
Hoe individuele dieren presteren en zich aanpassen aan antropogene en natuurlijke veranderingen; en hoe dit de duurzaamheid van populaties en ecosystemen beïnvloedt.
-
Ecologische interacties en hun cascade-effecten op processen en patronen op verschillende niveaus
-
Het identificeren van natuurbescherming-opties en het testen van hun effectiviteit
Kevin Matson: course coordinator
Animal Health Management (AHM) – Host Microbe Interaction (HMI) en Quantitatieve Veterinaire Epidemiologie (QVE)
Hierbij staat de verspreiding van besmettelijke ziektes bij dieren centraal, hoe kan men deze voorkomen en tegengaan, en wat voor economische en emotionele schade dergelijke ziekte-uitbraken kunnen veroorzaken. Je kijkt enerzijds naar de leer ziekten te voorkomen: Welke keuzes maak je bij een crisis? Neem bijvoorbeeld de MKZ-crisis, ga je enten of isoleer je het getroffen gebied? Anderzijds ben je niet alleen bezig met de 'technische' kant van het overdragen (en voorkomen) van ziekte-uitbraken, maar ook moet je rekening houden met de maatschappelijke en economische kant in dergelijke crisissituaties: Welk effect heeft een ziekte-uitbraak op de naaste omgeving? Wat zijn de sociale en economische gevolgen voor de boer en zijn gezin en de gevolgen van het afmaken van het vee? En wat betekent een MKZ-uitbraak voor de omliggende natuur en recreatiegebieden? Het economische vraagstuk wordt integraal bekeken en is een belangrijk onderdeel van deze specialisatie.
Animal Health Management – Host Microbe Interaction (HMI)
Deze leerstoelgroep doet vooral onderzoek naar het samenspel van bacteriën, voeding en gezondheid van mens en dier en combineert hierbij kennis van microbiologie, immunologie en voeding. Zo doen we onderzoek naar hoe ziekteverwekkende streptococcen varkens infecteren, onderzoeken we genetische verschillen tussen ziekteverwekkende en onschuldige (commensale) bacteriën, en hoe probiotica bijdragen aan gezondheid en weerbaarheid van mens en dier. Onderzoeksvragen kunnen zowel fundamenteel als meer toegepast zijn, en het onderzoek gaat van molecuul tot populatie. Er wordt het liefst gewerkt aan monsters uit de veehouderij praktijk en hieraan verbonden bedrijven en externe onderzoeksinstituten. HMI onderzoek speelt zich vooral af in het lab en achter de computer (in silico onderzoek). Het werk is vooral interdisciplinair, waarbij mensen die labwerk doen veel contact hebben met de mensen die in silico onderzoek doen.
HMI onderzoek en onderwijs bestrijkt onder andere de volgende onderzoeksvelden:
- aangeboren immuniteit in de darm en de interacties van het darm immuunsysteem met darmbacteriën
- genetische en moleculaire achtergrond van het ziekteverwekkend vermogen van Streptococcus suis bacteriën in biggen en varkens
- moleculen en genen van het microbioom in darm en mondholte van dier en mens, in gezondheid en ziekte
- ontdekken van bacteriële genen en moleculen die antibiotica resistentie beïnvloeden
- het in het lab kweken van, en werken met, organoïden (mini-orgaantjes) van darm, bloedvaten, brein en luchtwegen. We willen via deze kunstmatige mini-orgaantjes onder andere onderzoek starten aan de zogenaamde “darm-brein as” : hoe darmbacteriën gedrag van dier en mens kunnen beïnvloeden, en hoe Ziekte van Parkinson vanuit de darm zou kunnen ontstaan.
Contactpersoon: prof. dr. Jerry Wells
Contactpersoon onderwijs: dr. ir. Peter van Baarlen
Animal Health Management – Quantitative Veterinary Epidemiology (QVE)
Onderzoek en onderwijs bij Quantitative Veterinary Epidemiology richt zich op de transmissie van infectieuze aandoeningen in, en tussen, landbouwhuisdieren, wilde dieren, gezelschapsdieren, en mensen. We hebben als doel om de verspreiding van dierziekten en het effect van interventies te begrijpen om paraat te staan voor, te reageren op, en het voorkomen van infectieuze dierziekten wereldwijd. Kennis van de biologie, diergeneeskunde, dierwetenschappen, epidemiologie, ecologie, wiskunde en statistiek wordt daarbij geïntegreerd. Modellen worden ondersteund door data vanuit het lab en het veld.
Contact persoon: Prof.dr.ir. Mart de Jong
Contact persoon onderwijs: dr.ir. Bart van den Borne
Aquaculture, Fisheries and Marine Ecology (AFME) - Aquaculture and Fisheries (AFI) and Marine Animal Ecology (MAE)
Aquaculture and Fisheries Group (AFI)
Deze leerstoelgroep richt zich op onderwijs en onderzoek voor duurzame aquacultuur en visserij. Het focust zich op maatschappelijke relevante vragen en de interactie tussen aquatische organismen en hun omgeving. Denk aan onderwerpen als koraal biologie, het engineren van productiesystemen en visvoeding.
Contactpersoon: prof.dr.ir Geert Wiegertjes
Contactpersoon onderwijs: Geertje Schlaman-Kok
Deze leerstoelgroep bestudeert hoe marine dieren zich aanpassen aan een ontwikkelende omgeving. Het onderzoek is gespecialiseerd op het niveau van het organisme, eco-physiology, de ontwikkeling in de vroege levensfase, populatiegenetica tot gehele ecologische gemeenschappen.
Contactpersoon: prof.dr. Tinka Murk
Contactpersoon onderwijs: Diede Maas MSc
Master of Aquaculture and Marine Resource Management (MAM)
Tijdens de master Aquaculture and Marine Resource Management (MAM) kan je kiezen uit één van de drie specialisaties, te weten Aquaculture, Marine Governance en Marine Resource Ecology. Meer informatie over deze specialisaties kun je vinden op www.mam.wur.nl.
Indien je geïnteresseerd bent in één van deze specialisaties, dan kun je het beste zo snel mogelijk een afspraak met de studieadviseur, Milou van Silfhout. Zij kan je meer vertellen over de mogelijkheden voor een thesis, vakken die een goede aanvulling zijn voor je vakkenpakket en andere zaken.
Contactpersoon onderwijs: Vera van Berlo
Bij de specialisatie Diervoeding leer je welke voeding het best past bij dieren, voornamelijk voor koeien, varkens, kippen, honden, katten en paarden. Dit betekent dat je begrijpt waar een dier zijn voedsel voor gebruikt, zijn voederconversie en hoeveel voeding het nodig heeft om bijvoorbeeld melk te produceren, eieren te produceren of te groeien.
Ook is aandacht gevestigd op het type voeder dat dieren nuttigen bestaande uit essentiële of juist schadelijke bestanddelen. De interactie tussen voedsel en gezondheid van het dier is een sterk groeiend aandachtsgebied. Daarnaast leer je welke bestanddelen het dier gebruikt afkomstig uit het voer, welk deel verloren gaat en hoe je die verliezen kunt beperken. Dat laatste is afhankelijk van het soort voer (ruwvoer, zoals gras en hooi, of krachtvoer, zoals delen van granen en zaden), maar ook van de bewerking die deze voeders ondergaan in de veevoederindustrie. Tevens heb je de mogelijkheid je te richten op de pet foodindustrie. Thesisonderwerpen kunnen op tip.wur.nl worden gevonden.
Contactpersoon: prof.dr.ir. Wouter Hendriks
Contactpersoon onderwijs: dr. Wilbert Pellikaan
Animal Production Systems (APS)
Bij de specialisatie Dierlijke Productiesystemen breng je kennis uit deelgebieden samen om productiesystemen in hun geheel te overzien. In het specialisatiegedeelte vergroot je je inzicht in de werking van productiesystemen en de relatie tot hun omgeving. Het gaat erom duurzame veehouderij te beschrijven en te ontwerpen, zodat die voldoet aan ecologische en sociaal-economische eisen. Of je kijkt naar productiesystemen binnen een zorgboerderij. Daarom krijg je in de specialisatie ook ecologische en socio-economische vakken.
Aan de major (groot afstudeer vak) Dierlijke Productiesystemen kun je een tropische of westerse invulling geven. In principe kun je je minor (klein afstudeer vak) op veel plaatsen doen. Als je wilt, kun je in aanverwante vakgebieden een minor doen: bijvoorbeeld in gewas- en onkruidecologie, bodemkunde, milieuhygiëne, agrarische bedrijfseconomie, communicatie- en innovatiestudies of ontwikkelingseconomie.
Contactpersoon: prof.dr.ir. Simon Oosting
Contactpersoon onderwijs: dr.ir. Eddie Bokkers
Applied Zoology (APZ) - Cell Biology and Immunology (CBI), Experimental Zoology (EZO), Human and Animal Physiology (HAP)
De cluster leerstoelgroepen binnen houdt zich vooral bezig met de biologie van productie- en gezelschapsdieren. Drie leerstoelgroepen zijn betrokken bij deze specialisatie:
Studeer je af bij Celbiologie en Immunologie (CBI), dan houd je je bezig met de immunologische verdediging van dieren en bestudeer je hoe dieren zich verdedigen tegen schadelijke invloeden vanuit het milieu.
De tweede mogelijkheid is Experimentele Zoologie. (EZO). Bij deze leerstoelgroep is de relatie tussen vorm en functie van het dier het belangrijkste onderwerp. Je onderzoekt bijvoorbeeld hoe de eisen van het dier en de omgevingsfactoren de uiteindelijke bouw van het dier beïnvloeden.
De derde groep is Mens- en Dierfysiologie (HAP). De fysiologische aspecten van voortplanting en voeding zijn de hoofdonderwerpen van deze richting.
Applied Zoology - Celbiology and Immunology (CBI)
Contactpersoon: prof.dr.ir. Huub Savelkoul
Contactpersoon onderwijs: Marloes van Splunter-berg
Applied Zoology - Experimental Zoology (EZO)
Contactpersoon: prof.dr.ir. Johan van Leeuwen
Contactpersoon onderwijs: Anneke Valk
Applied Zoology - Human and Animal Physiology (HAP)
Contactpersoon: prof.dr.ir. Jaap Keijer
Contactpersoon onderwijs: dr. Katja Teerds
De leerstoelgroepen buiten Departement Dierwetenschappen:
Business Economics Group (BEC)
Contactpersoon: prof.dr.ir. Alfons Oude Lansink
Contactpersoon onderwijs: dr.ir. Monique Mourits